De Leren Lezen Turbo


Hieronder vindt u een toelichting op het automatiseringsprogramma. Wilt u liever direct bestellen dan kunt u terecht in onze webwinkel.

Direct naar de webwinkel

 

Header-ap-Solo

 


 

Voorkant-Ap-map

Herman Wieberdink & Heleen Kuster

Het automatiseringsprogramma De Leren Lezen Turbo is ontwikkeld om naast Veilig & Vlot te gebruiken tijdens de eerste zes kernen van de KIM-versie van Veilig Leren Lezen. Het programma biedt per kern gerichte en zeer effectieve oefenstof, die kinderen zelfstandig kunnen verwerken.


 

“Vlot beter leren lezen!”

 


 

Waarom en voor wie?

 

Om de doelen van het aanvankelijk lezen binnen de daarvoor gestelde tijd te halen, moeten kinderen in relatief korte tijd niet alleen de klank-letterkoppelingen kennen, maar deze ook geautomatiseerd hebben. Voor veel kinderen is daarvoor het aanbod van de methode onvoldoende. Het automatiseringsprogramma de Leren Lezen Turbo is ontwikkeld om naast Veilig & Vlot te gebruiken tijdens de eerste zes kernen van de KIM-versie van Veilig Leren Lezen. Het programma biedt per kern gerichte en zeer effectieve oefenstof, die kinderen zelfstandig kunnen verwerken.
 

Alleen kennis van klank-letterkoppelingen is niet voldoende voor een vlotte en goede leesontwikkeling. Daartoe moeten de klank-letterkoppelingen geautomatiseerd zijn: het zien van een letter moet onmiddellijk, zonder bewuste aandacht, de bijbehorende spraakklank oproepen. Met behulp van De Leren Lezen Turbo kunnen alle kinderen dit binnen de daarvoor gestelde tijd bereiken. Daarnaast heeft het programma een oefenlijn om kinderen vlotter tot directe woordherkenning te laten komen.

 

Header-ap-inh

 

INHOUD

Klik hier om de inhoudsopgave van De Leren Lezen Turbo te bekijken.

 

De Leren Lezen Turbo bestaat uit:

  1. Een handleiding met daarin een theoretische verantwoording van uitgangspunten, inhoud en opbouw van het programma. Een apart hoofdstuk is gewijd aan het geven van instructie aan leerlingen die meer hardnekkige problemen met de leesdoelen ondervinden.
  2.  

  3. Uitgebreide lijn met leesoefeningen. Het programma heeft dezelfde opbouw en structuur als de methode: zes kernen, waarbij in ons programma de startkern en kern 1 samen de eerste kern vormen. Er is sprake van een gestructureerde en voor leerlingen geleidelijke opbouw die via een vlotte automatisering van de klank-letterkoppelingen eindigt in het herkennend lezen van m-k-m woorden. De oefeningen bestaan uit specifiek geconstrueerde woordrijen, regelmatig afgewisseld met kleine tekstjes. In de automatiseerlijn ligt de nadruk op het automatiseren van de klank-letterkoppelingen binnen de context van de elementaire leeshandeling. Hiervoor zijn acht oefeningen, waarbij de oefeningen geleidelijk in moeilijkheidsgraad opklimmen. De opbouw is als volgt:
     

    • wisselrijen met eindrijm vanuit de structureerwoorden
    • wisselrijen met beginrijm vanuit de structureerwoorden
    • wisselrijen waarbij de klinker wisselt, beginnend met structureerwoorden
    • wisselrijen met eindrijm vanuit nieuwe woorden
    • wisselrijen met beginrijm vanuit nieuwe woorden
    • wisselrijen waarbij de klinker wisselt, beginnend met nieuwe woorden
    • van rijtjes woorden met overlap naar rijtjes zonder enige overlap. In de rijtjes met overlap staan de letters die qua klank en verschijningsvorm op elkaar lijken bij
      elkaar.
    • rijen met woorden waar een >t< achter gezet kan worden waardoor er een
      werkwoordsvorm ontstaat: >belt<, >jeukt<, >kiest<, enz.

     
    Elke kern eindigt met oefeningen die gericht zijn op het stimuleren van het lezen in deelstructuren als opstap of tussenstap naar directe woordherkenning. De oefeningen in deze categorie hebben betrekking op de klank-letterkoppelingen van de kernen die voorafgaan aan de laatst behandelde kern. Er zijn twee oefeningen:
     

    • wisselrijen met eindrijm en beginrijm vanuit de structureerwoorden van
      de voorafgaande kernen.
    • wisselrijen met eindrijm en beginrijm vanuit nieuwe woorden die gemaakt kunnen worden met de klank-letterkoppelingen van de voorafgaande kernen.

     
    Hier zijn wisselrijen de oefenvorm om kinderen een cluster van een klinker en een medeklinker of een medeklinker en een klinker als herkenningseenheid te leren gebruiken. Deze wisselrijen hebben een andere lay-out, waarbij binnen een woord een deelstructuur gearceerd is.

  4.  

  5. Drie extra delen met oefeningen om de klank-letterkoppelingen van de twee-tekenklanken te automatiseren. Een twee-tekenklank wordt niet geïsoleerd aangeboden, maar altijd in combinatie met twee-tekenklanken of andere klinkers die qua klank met elkaar overlappen. Dit uitgangspunt geeft de volgende inhoud van de drie extra delen:
     

    • Extra deel 1: eu – u – ui – ei/ij
    • Extra deel 2: ie – ei/ij – e – i
    • Extra deel 3: au/ou – oo – oe

     
    De oefeningen in de extra delen sluiten aan bij de instructielessen van de methode.
     

    • In oefening 1 t/m 4 van elk extra deel ligt de nadruk op auditieve discriminatie.
    • In oefening 5 draait het om inprenting van de koppeling tussen een tweeklank en het bijbehorende twee- tekengrafeem door middel van het lezen van woorden.
    • In oefening 6 t/m 9 gaat het om inprenting van de koppeling tussen een tweeklank en het bijbehorende twee-tekengrafeem door middel van het schrijven van het betreffende grafeem.
    • In oefening 10 lezen kinderen rijtjes woorden met de betreffende twee-tekenklanken.
    • In oefening 11 lezen kinderen rijtjes woorden waarbij de klinkers (twee-tekenklanken) elkaar qua klank overlappen.
    • In oefening 12 tenslotte kunnen kinderen het geleerde toepassen in verhaaltjes waarin de geoefende klank-letterkoppelingen veelvuldig voorkomen.

     
    Bij de eerste negen oefeningen moeten kinderen een kruisje zetten, een rondje kleuren of een letter opschrijven, waardoor ook na afloop van de oefensessie het resultaat beoordeeld kan worden.

 


 

 

  • Stapsgewijs

  • Ondersteunend

  • Verhelderend en verrijkend

  • Voor zowel goede als zwakke lezers

 


 

GEDEGEN OPBOUW

 

De Leren Lezen Turbo sluit exact aan bij de instructie en oefeningen van de methode. Kinderen herkennen de oefenstof en kunnen er zelfstandig mee aan de slag. De leerkracht kan de instructie herhalen en verdiepen. Door deze gedegen opbouw ervaren kinderen vanaf het begin dat leren lezen een taak is die ze succesvol kunnen volbrengen.

 


 

SPECIFICATIES

 

  • Map:
  • Aantal pagina’s:
  • Vorm:
  • Afmetingen:
  • Gewicht:
  • ISBN:
  • NUR:
  • Jaar:
  • 1 Ringband
  • 360
  • Kleur en Zwart/Wit
  • 31,5cm x 26cm x 4,5cm
  • 1,6 kg
  • 978 90 824965 1 2
  • 191
  • 2018

 

 

Over de auteurs

De auteurs zijn beiden jarenlang actief in het onderwijs. Herman Wieberdink werkte meer dan 30 jaar als GZ-psycholoog bij een onderwijsadviesorganisatie en Heleen Kuster heeft een jarenlange ervaring als leerkracht in het primair onderwijs en als adviseur bij een schoolbegeleidingsdienst. Nu werken de auteurs samen met basisscholen aan opbrengstverbetering van onderwijs in schriftelijke taal. Naast de Diagnostische Toetsen Begrijpend Lezen van Grammatikos zijn beide ook auteurs van andere leesprogramma’s. Beiden auteurs ontwikkelden remediërende materialen voor onder andere schoolbegeleidingsdienst en uitgeverij De Zuid-Vallei.

 


 

Voor meer informatie kunt u altijd contact met ons opnemen.

 

Bestel hier de Leren Lezen Turbo